Vormgeving

Voor het ontwerpen van wegen binnen de bebouwde kom is het ASVV 2021 vigerend (CROW, 2021) en de handreiking gebiedsontsluitingswegen 30 km/u (CROW, 2023). Buiten de bebouwde kom is het Handboek Wegontwerp (CROW, 2013) de belangrijkste richtlijn voor niet-autosnelwegen. Verder zijn er diverse extra richtlijnen binnen CROW beschikbaar omtrent een veilig ontwerp van fiets- en voetgangersvoorzieningen (bijv. ontwerpwijzer fietsverkeer, 2016). De belangrijkste uitgangspunten voor de vormgeving van wegen uit deze publicaties zijn hieronder beschreven en gebruikt om de huidige vormgeving van de wegen in Wijk en Aalburg te toetsen.

Voetpaden

Voor een voetpad wordt, zowel bij een erftoegangsweg als een gebiedsontsluitingsweg, een breedte geadviseerd van 2,00 meter of groter. 

Bij een gebiedsontsluitingsweg is het verplicht om een trottoir te realiseren voor voetgangers. Bij erftoegangswegen is een voetpad niet noodzakelijk. 

Erftoegangsweg

De CROW-richtlijnen (ASVV 2021 – 11 Erftoegangswegen en erven – 11.2 Wegvakvoorzieningen op erftoegangswegen) geven de basiskenmerken weer waar een erftoegangsweg (30 km/uurweg) aan moet voldoen. Er is onderscheid gemaakt tussen een ideaal en minimaal profiel. In tabel 1 staan de profielen. Daarbij is een belangrijk inrichtingskenmerk van een erftoegangsweg dat fietsers gebruik maken van de rijbaan en geen vrijliggend fietspad of voorziening op de rijbaan hebben. In het profiel is wel rekening gehouden met een rijdende fietser. 1,00 tot 1,45 meter is nodig aan ruimte voor de rijdende fietser.  

Tabel 1 breedtes ideaal en minimaal profiel CROW

De CROW-richtlijnen (Handboek wegontwerp, 2013) geeft de basiskenmerken voor de rijloper van een erftoegangsweg 60 km/uur, zie tabel 2. 

Op erftoegangswegen type 2 is de verhardingsbreedte gelijk aan de breedte van de rijloper. Op erftoegangswegen type 1 zijn naast de rijloper aan beide kanten uitwijkstroken of suggestiestroken aanwezig.

Tabel 2 breedtes ideaal en minimaal profiel CROW

Gebiedsontsluitingsweg

De CROW-richtlijnen (ASVV 2021 – 12 Gebiedsontsluitingswegen– 12.1 Wegvakvoorzieningen op gebiedsontsluitingswegen) geven de basiskenmerken weer waar een gebiedsontsluitingsweg (50 km/uurweg) aan moet voldoen. Er is onderscheid gemaakt tussen een ideaal en minimaal profiel. In tabel 3 staan de profielen. Een belangrijk inrichtingskenmerk van gebiedsontsluitingswegen is dat de verkeerssoorten gescheiden zijn en hun eigen voorziening hebben.

Tabel 3 breedtes ideaal en minimaal profiel CROW

Bij gebiedsontsluitingswegen is het kenmerkend dat fietsers een eigen voorziening hebben. Het liefst in de vorm van een vrijliggend fietspad, maar een fietsstrook komt ook voor. De breedte van een vrijliggend fietspad is afhankelijk van de intensiteiten. In tabel 4 zijn de breedtes weergeven. 

Tabel 4 breedtes fietspad aan de hand van de intensiteit CROW

De breedte van een fietsstrook is 2,00 - 2,25 meter.

Kruispunten

De voorrangsregeling bij een kruispunt tussen twee erftoegangswegen is een gelijkwaardige kruising. Hier geldt: verkeer van rechts heeft voorrang. 

Een kruispunt tussen een erftoegangsweg en een gebiedsontsluitings is ingericht als een voorrangskruispunt. De gebiedsontsluitingsweg heeft voorrang op de erftoegangsweg. De gebiedsontsluitingsweg heeft immers een hogere verkeersfunctie dan de erftoegangsweg. Een erftoegangsweg wordt meestal via een inritconstructie aangesloten op de gebiedsontsluitingsweg. 

Bij een kruispunt tussen twee gebiedsontsluitingswegen wordt de voorrang geregeld. Het kruispunt wordt meestal ingericht met een rotonde of een verkeerslicht. 

Parkeren

Bij erftoegangswegen kan op de rijbaan geparkeerd worden door middel van langsparkeren. Daarnaast is het toegestaan om parkeerhavens langs de rijbaan te realiseren. 

Bij een gebiedsontsluitingsweg is het niet toegestaan om op de rijbaan te parkeren. Parkeervakken langs de rijbaan zijn wel mogelijk, maar verminderen de doorstroomfunctie van de weg. 

Bushalten

Bij erftoegangswegen halteert een bus op de rijbaan bij een bushalte. Bij een gebiedsontsluitingsweg gebeurt het halteren van een bus in aparte bushaltekommen. 

Oversteken

Voor het oversteken over een erftoegangsweg zijn geen aparte voorzieningen nodig. Overal op de rijbaan kan overgestoken worden. 

Bij een gebiedsontsluitingsweg worden voorzieningen voor overstekende voetgangers en fietsers gerealiseerd. Dit kan zowel bij kruispunten of over de rijbaan zelf, bijvoorbeeld met een zebrapad voor voetgangers of een fietsoversteek.